Pagina's

woensdag 8 december 2010

1200 m onder de grond

Ik heb afgelopen weekend m'n eerste tropische ziekte opgelopen hier in Lubumbashi: een stomme verkoudheid :-). Resultaat van wisselende temperaturen - de temperatur kan gevoelig dalen als het regent - en de grote vochtigheid. Of van de airconditioningtoestellen die je meer en meer ziet opkomen. Moet ik daarvoor helemaal naar hier komen? Beschouw het maar als een vorm van solidariteit met jullie in het koude Belgenland.

In ieder geval: met een kop vol snot en terwijl het buiten miezert, heb ik me dan maar een stevige pot thee met citroen gezet (klinkt bekend, niet?). En zet ik me nog maar es aan het schrijven.

Een week geleden trok de KHL-delegatie (de 7 studenten en hun 2 begeleiders) naar Kipushi, een mijnstadje op een 30 km van Lubumbashi, tegen de Zambiaanse grens. Ze waren zo vriendelijk om me mee uit te nodigen, een uitnodiging waar ik graag op inging. Ik ben al een paar keer in Kipushi geweest, maar had nog niet de mogelijkheid gehad om de ondergrondse mijn van de GECAMINES te bezoeken. En sowieso doet het goed om af en toe de vleugels uit te slaan...

Kipushi ligt dus maar op een 30 km van Lubumbashi, maar gezien de staat van de weg - die er slechter aan toe was dan sinds mijn vorige trip - hebben we er toch een volledig uur over gedaan. Men is recent begonnen met het repareren van de weg. Je kan je de vraag stellen of dat zo’n goed idee is aan het begin van het regenseizoen!

Hoe dan ook, in Kipushi hadden onze vrienden van de Confédération Syndicale du Congo (de Congolese tegenhanger en partner van het ACV/CSC in België) een heel programma in elkaar gestoken.

Unité des Mamans

Op een groot veld van 125 HA iets buiten Kipushi bewerkt een 100-tal mamans - allen echtgenotes van arbeiders van de GECAMINES die aangesloten zijn bij de CSC – elk een klein stukje veld. Enfin, de grond is niet hun eigendom, maar elke maman heeft recht op de opbrengst van ‘haar eigen’ stukje dat ze trouwens solidair samen bewerken.


Met deze opbrengst (vnl maïs) kunnen ze het karige voedselrantsoen van het gezin wat aanvullen. Het dient –voorlopig- dus niet voor de verkoop. Door samen te werken, samen zaad en meststoffen aan te kopen enz. staan ze natuurlijk sterker dan alleen. L’Union Fait La Force, in de Congolese praktijk blijkt het soms wel te werken. Het is trouwens hard werk, met de hand, blootvoets, in de zon. Maar als er bezoekers langskomen, zeker als ze met CSC meekomen, zit de sfeer er direct in.




Radio Communautaire Mwaiseni



De gemeenschapsradio Mwaiseni – in het Bemba, een van de lokale talen, betekent dit ‘welkom’ -, opgericht door World Vision en gesteund door de katholieke kerk, heeft tot doel om de plaatselijke bevolking te informeren en te sensibiliseren rond uiteenlopende thematieken. Natuurlijk kan de delegatie niet op bezoek komen zonder zelf ook een boodschap de ether in de sturen.



Gemeenschapsradio’s zijn niet enkel een belangrijk middel om mensen te informeren, maar ook om hen en de gemeenschappen een stem te geven. Ik ga later nog met een project rond gemeenschapsradio’s samenwerken (http://www.fao.org/dimitra), dus hier zal je op termijn nog wel meer over te lezen krijgen.

Mine Souterraine de Kipushi

Zoals jullie waarschijnlijk ondertussen al weten, is Katanga dé mijnprovincie (en bijgevolg de – weliswaar al lang sputterende – economische motor van Congo. Zoals Limburg dé mijnprovincie was van België (of toch van Vlaanderen). Het grote verschil met de vroegere mijnen bij ons is dat de meeste mijnen hier mijnen ‘au ciel ouvert’ zijn, in open lucht dus. De mineralen liggen over het algemeen zo dicht tegen het oppervlak dat het niet nodig is om mijnschachten te graven. Althans voorlopig nog... In februari had ik het geluk de open mijn van KCC in Kolwezi (een van de grootste van Congo) te kunnen bezoeken in het kader van het Jambo-project. Zeer indrukwekkend, het lijkt wel of je op de maan rondrijdt.

Hoe dan ook: in heel Katanga (en ik denk bij uitbreiding Congo) vind je maar een 5-tal ondergrondse mijnen, waarvan die van Kipushi het diepste gaat: tot op 1800 m. 1 kilometer 800 meter dus! Het is gelijk de tweede diepste van de wereld (in Kimberley, de diamantmijn van Zuid Afrika gaat men tot 2100 m geloof ik). Ik heb bij mijn weten in België nooit een ondergrondse mijn bezocht en was dus zeer benieuwd om naar dit bezoek. Het hoogte – of moet ik zeggen diepte ? - punt van de dag!

De algemeen directeur van de mijn legde ons uit dat men er vooral koper en zink ontgint. Enfin, ontginde, want de mijn is feitelijk sinds begin de jaren '90 (toen Congo econmische en politiek geïsoleer geraakte) niet echt meer in productie, vooral bij gebrek aan investeerders. Deze foto spreekt wat dat betreft boekdelen: de laatste update van het werkschema voor extractie dateert van 1988!


De arbeiders die nu nog aanwezig zijn, staan in voor het onderhoud en vooral voor het oppompen van het overvloedige grondwater dat anders voor serieuze problemen zou zorgen. Het filmpje en de foto's die je hier ziet, zijn dan ook allemaal van de pompinstallaties die we bezocht hebben. Wij zijn zelf tot 1200 m diep gegaan, tegen een gezapige snelheid van ongeveer 10 km/u.
















Bijschrift toevoegen


















Het recentste materiaal dateert van begin jaren '90 en is dus niet meer echt up to date. Op dit moment is de GECAMINES aan het onderhandelen met een Zwitserse investeringsgroep. Als dat goed afloopt, zou men begin 2011 stilaan kunnen beginnen met de modernisering van de installaties en vervolgens de productie kunnen hervatten.

We bezochten ook de veiligheidsverantwoordelijke, voor de vakbond natuurlijk een belangrijk aandachtspunt.


Enkele mooie affiches en leuzen wil ik jullie niet onthouden.


Als afsluiter nog een wetenswaardigheid waar een van de kaderleden van de GECAMINES ons even fijntjes op wees: het is dankzij de inspanningen van vooral de mijnindustrie in Katanga (lees: het bloed, zweet en tranen van de Congolese mijnwerkers), die de broodnodige grondstoffen leverde voor de oorlogseconomie - met niet in het minst het uranium voor de atoombommen op Hiroshima en Nagasaki dat uit de mijn van Shinkolobwe gehaald is-, dat België als enige Europese land zonder schulden uit WO II is gekomen. Het is maar 1 voorbeeld van wat het kleine België aan het grote Congo te danken heeft. Tja, wat zeg je dan?

Geen opmerkingen:

Een reactie posten